Dat schrijft hij dinsdag 27 november in een brief aan de Tweede Kamer,
waarover Het Financieele Dagblad bericht.
Onnodig failliet
Nu gaan bedrijven soms onnodig failliet omdat een enkele schuldeiser niet
akkoord gaat met een voorstel om schulden gespreid of gedeeltelijk te
betalen. Nederland heeft daarmee een concurrentienadeel ten opzichte van
andere Europese landen, die op dat punt de wet al eerder aanpasten.
In de nieuwe wet kan de rechter een schuldeiser dwingen mee te werken aan een
redelijk saneringplan, nog vóór een bedrijf failliet is.
Ook op andere punten wil Opstelten de Faillissementswet, die stamt uit 1893,
aanpassen, aldus het FD.
Stille bewindvoerder
Zo wil hij ook een stille bewindvoerder mogelijk maken. Die kan dan, vóór een
bedrijf failliet is, in stilte een doorstart voorbereiden. Nu komen in
Nederland bedrijven vrijwel nooit uit een surseance van betaling; ze gaan
vrijwel altijd failliet.
Opstelten wil overigens ook een centraal register van aandeelhouders van bv's
en nv's in het leven roepen. Dat zou fraude met bv's door notoire
witteboordencriminelen moeten tegengaan.
Verder wil Opstelten een zogeheten civielrechtelijk bestuursverbod. Wie
herhaaldelijk de boel geflest heeft, zou dan niet meer bestuurder van een
bedrijf kunnen worden.
Ook krijgt een curator meer mogelijkheden of fraude of wanbeleid van
oud-bestuurders van een failliet bedrijf te onderzoeken. Nu kan dat alleen
als hij zeer grote aanwijzigingen daarvoor heeft. In dat geval kan hij een
beroep doen op de zogeheten Garantstelling. Deze financiert het werk van de
curator, want niet altijd heeft een failliet bedrijf voldoende waarde in de
boedel om de uren van de curator te betalen. Die Garantstelling wordt
uitgebreid
Lees ook:
Actueel overzicht
van faillissementen
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl